1. Inleiding: definitie en kader
Het werken met computers, laptops, iPads en mobiele telefoons betreft allemaal ‘beeldschermwerk’. Traditioneel wordt beeldschermwerk echter beschreven als ‘het invoeren of bewerken van informatie met een muis, toetsenbord of ander bedieningshulpmiddel en het kijken op of lezen van het beeldscherm’.
Artikel 5.8 van het Arbobesluit stelt daarnaast de term ‘beeldschermwerk’ niet van toepassing op de ‘zogenoemde draagbare systemen die niet aanhoudend worden gebruikt op een werkplek’. Dit hoofdstuk van de Arbocatalogus richt zich daarom op het werken achter een pc en een laptop en op het voorkomen van lichamelijke risico’s.
2. Risico
Beeldschermwerk kan allerlei lichamelijke klachten veroorzaken. De belangrijkste en bekendste worden aangeduid met RSI (Repetitive Strain Injury) of KANS (Klachten aan Arm, Nek en/of Schouders). RSI/KANS is een verzamelnaam van klachten aan hand, pols, elleboog, schouder of nek als gevolg van een verkeerde houding, herhaalde bewegingen, of juist het ontbreken van beweging (statische houding). Ook oogklachten komen vaak voor.
Volgens artikel 5.8 van het Arbobesluit zijn de bepalingen uit de Arbowet van toepassing als er langer dan twee uur per etmaal met een beeldscherm wordt gewerkt. Uit onderzoek is gebleken dat vanaf vier uur per dag de kans op RSI/KANS sterk toeneemt. De volgende factoren hebben invloed op het ontwikkelen van RSI/KANS:
- Werktaken: langdurig repeterende bewegingen zoals typen, pipetteren, knippen en lopende band werk.
- Werkdruk en stress1: te hoge werkdruk of stress in bredere zin kan verkramping van de spieren veroorzaken.
- Werkduur: langer dan 4 uur repeterend werk doen.
- Werktijden: door te lange werktijden of te korte pauzes is er niet voldoende hersteltijd voor de spieren.
- Werkplek: verkeerde instelling van bureauhoogte, stoelhoogte, kwaliteit en soort toetsenbord en muis kunnen leiden tot een foutieve werkhouding. De hoeveelheid licht, weinig lichtcontrasten en onvoldoende werkruimte zijn eveneens van invloed.
- Werkhouding: een verkrampte lichaamshouding en weinig beweging of ontspanning kunnen zorgen voor spanning in diverse spiergroepen, met name de nek- en schouderspieren.
- Persoonlijkheid: een hoog streefniveau, meer werk willen doen dan mogelijk is en moeilijk taken uit handen kunnen geven.
Een combinatie van bovenstaande factoren verhogen de kans op RSI/KANS.
1 Werkdruk en stress worden nader uitgewerkt in Hoofdstuk 3: Psychosociale arbeidsbelasting (PSA).
3. Herkennen van RSI-klachten
RSI-klachten kunnen leiden tot chronische problematiek. Er worden drie fasen onderscheiden. De fasen geven uitsluitend een indruk van het verloop van de klachten. In de behandeling van de oplossingen wordt de fase-indeling losgelaten. De behandeling van RSI/KANS verschilt van persoon tot persoon en kan maanden of soms jaren duren.
Fase 1: lichte klachten
Deze fase kenmerkt zich door:
- krampen, tintelingen, doof gevoel, onhandigheid;
- pijn en vermoeidheid tegen het einde van de werkdag of na een stressvolle periode;
- duidelijke relatie tussen oorzaak en pijn;
- pijn verdwijnt doorgaans na korte rustperiode (slapen, weekend of vakantie);
- klachten zijn met relatief eenvoudige maatregelen goed terug te dringen;
- geen merkbare participatieproblemen in leven en werk.
Fase 2 toegenomen klachten
- krachtverlies en ‘zwaar’ gevoel, pijn is toegenomen, moeilijk te lokaliseren en verdwijnt minder snel;
- toenemende merkbare problemen bij werken en dagelijkse bezigheden;
- ook bij andere activiteiten in het dagelijks leven doen zich steeds vaker klachten voor;
- pijn kan ook ‘s nachts opkomen, ‘s ochtends kan er lokaal stijfheid optreden;
- de relatie tussen oorzaak en pijn is minder duidelijk;
- er is neiging tot vermijdend of compenserend handgebruik;
- de klachten zijn met uitgebreidere maatregelen en discipline terug te dringen.
Fase 3 RSI-syndroom
De klachten hebben een chronisch karakter. De volgende symptomen doen zich in verschillende combinaties voor:
- er is geen duidelijke relatie tussen pijn en oorzaak;
- het klachtenpatroon en de aandoeningen zijn uitgebreid over het hele gebied van bovenrug, nek en arm;
- er is verlies van coördinatie, gevoel en kracht (waarmee uitval van de arm- en handfunctie) en vermoeidheid;
- werken en dagelijkse bezigheden zijn nauwelijks mogelijk;
- slaapproblemen komen door de klachten vaak voor;
- herstel is mogelijk maar moeizaam;
- fysieke en emotionele gevolgen zijn groot.
De behandeling van RSI verschilt van persoon tot persoon. Dit complexe proces kan maanden en zelfs jaren in beslag nemen.
4. Oplossingen
Een integrale aanpak is noodzakelijk met proactieve, preventieve en curatieve maatregelen als onderdelen daarvan.
Proactieve aanpak ter voorkoming van RSI/KANS
- Besteed in de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) expliciet aandacht aan beeldschermwerk en kijk daarbij naar risico’s van fysieke belasting en stress en risico’s voor het gezichtsvermogen.
- Stel naar aanleiding van de RI&E een samenhangend beleid op waarin organisatorische, technische en ook managementaspecten aan de orde komen (zie Preventieve aanpak).
- Stel een aankoopbeleid op voor meubilair en apparatuur.
- Houd bij ver- en nieuwbouw rekening met daglicht, verlichting en de indeling van werkruimten, maar ook met invloeden van geluid(shinder) bijvoorbeeld bij open werkruimten.
Preventieve aanpak
A. Organisatorische en management maatregelen
- Stel een of meer preventiemedewerkers aan. Deze medewerkers hebben ten minste instructie en voorlichting gevolgd op het gebied van werkplekinrichting en werkhouding en ondersteunen de medewerker door informatie en/of daadwerkelijke werkplekinrichting.
- Voer werkplekonderzoek uit bij RSI-achtige klachten, bij indiensttreding en op aanwijzing of aanvraag van een medewerker en gebruik hiervoor een checklist (zie als voorbeeld bijlage 3 van dit hoofdstuk).
- Stel de medewerker in de gelegenheid om oogcontroles te laten uitvoeren.
- Tref een regeling voor vergoeding van een beeldschermbril (zie als voorbeeld bijlage 2 van dit hoofdstuk).
- Voer (aansluitend aan de RI&E) regelmatig een Periodiek arbeidsgeneeskundig onderzoek (PAGO) uit en een medewerkers(tevredenheids)onderzoek (MTOZ).
- Maak leidinggevende en medewerker ‘RSI-bewust’ (door aanspreken op verkeerde werkplekinrichting, werkhouding en -gedrag, door workshops, introductiebijeenkomsten, brochures, informatie op intranet etcetera over werkplekinrichting, werkhouding en de invloed van stress en door persoonlijk onderhoud). Laat dit eventueel uitvoeren door een deskundige, bijvoorbeeld van de arbodienst.
- Het RSI-bewustmaken van leidinggevende en medewerker is in het bijzonder belangrijk als veel tijd en plaats onafhankelijk wordt gewerkt.
- Bespreek arbeidsomstandigheden periodiek in vergaderingen, werkoverleg en functioneringsgesprekken, en stimuleer dat dat gebeurt. Heb hiervoor in het bijzonder aandacht als de medewerker regelmatig thuis werkt of elders (tijd en plaats onafhankelijk), waardoor deze de eerste verantwoordelijkheid heeft voor een goede werkplekinrichting, werkhouding en werktijden.
- Zorg voor afwisseling van werkzaamheden en taken
B. Technische maatregelen
- Zorg voor instelbare werkplekken volgens de algemeen geldende normen (zie wet- en regelgeving & literatuur;bijlage 1 van dit hoofdstuk geeft een voorbeeld van de ideale werkplek).
- Let in geval van flexibele werkplekken ook op gemakkelijke, flexibele instelbaarheid van de bureaus.
- Zorg voor individueel verstelbare beeldschermapparatuur.
- Besteed aandacht aan de ergonomische inrichting van de beeldschermapparatuur en stel hulpmiddelen beschikbaar.
- Installeer anti-RSI software.
- Indien veelvuldig gebruik wordt gemaakt van laptops (meer dan twee uur per dag), stel dan hulpmiddelen beschikbaar zoals laptophouders, apart toetsenbord en muis.
- Stel eventueel een RSI-profielkaart op voor iedere medewerker (zie als voorbeeld bijlage 4 van dit hoofdstuk.
C. Mogelijke preventieve activiteiten
- Stimuleer lichaamsbeweging.
- Bied activiteiten aan zoals fitness, pc-oefeningen tijdens het werk (zie voorbeeld in ‘Literatuur’), Yoga, Tai Chi.
- Bied ontspanningsactiviteiten aan zoals stoelmassage.
5. Wet- en regelgeving, literatuur
Europese richtlijnen
Richtlijn 90/270/EEG, Europese richtlijn betreffende veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur
Arbowet
• Artikel 3: Arbobeleid
• Artikel 16: Nadere regels met betrekking tot arbeidsomstandigheden alsmede
uitzonderingen op en uitbreidingen van toepassingsgebied
Arbobesluit de artikelen
• Artikel 5.7: Definities
• Artikel 5.8: Toepasselijkheid
• Artikel 5.9: Risico-inventarisatie en –evaluatie
• Artikel 5.10: Dagindeling van de arbeid
• Artikel 5.11: Maatregelen met betrekking tot de bescherming van de ogen en het
gezichtsvermogen werknemers
• Artikel 5.12: Voorschriften voor de inrichting van beeldschermwerkplekken
Arbeidsomstandighedenregeling
• Artikel 5.1 Apparatuur en meubilair
• Artikel 5.2 Inrichting van de beeldschermwerkplek
• Artikel 5.3 Programmatuur
Arbeidstijdenwet
Normen
• NEN-ISO9241-3/EN 29241-3 is van toepassing op beeldschermen.
• NEN1812 is van toepassing op bureaustoelen.
• NEN 2449 : Ergonomische criteria voor kantoorwerk- tafels – Eisen voor afmetingen en
uitvoering – Beproevingsmethoden.
• NPR 1813 : Ergonomische uitgangspunten voor meubelen voor administratieve werkzaamheden
en aanwijzingen voor het gebruik – Toelichting bij NEN-EN 1335, NEN-EN 527, NEN 2441 en
NEN 2449.
• DIN 4556 beschrijft de eisen aan de voetensteun.
• NPR 1813 beschrijft de eisen aan de documenthouder.
Literatuur